Stichting Historische Autobussen

Stichting Historische Autobussen

De Stichting Historische Autobussen is een nog jonge stichting die zich met oude autobussen bezig houdt. Het bestuur ervan is echter al veel langer actief met (oude) autobussen. De doelstelling van de Stichting Historische Autobussen is het beheren en onderhouden en zonodig restaureren van autobussen welke in het verleden in het zuiden van het land het vervoer van personen hebben bepaald.

In de afgelopen jaren zijn in privéverband de onderstaande bussen aangekocht en in afleveringsstaat teruggebracht.

  • de voormalige Zuid-Ooster 5171 (Een DAF SB220 met een Den Oudsten B88-carrosserie)
  • de voormalige BBA 969 (Een Volvo B10M met een Den Oudsten B88-carrosserie)
  • de voormalige Hermes 4903 (Een DAF SB220 met een Den Oudsten Alliance-carrosserie)
  • de voormalige Snelbus 3612 van de Zuid-Ooster± deze bus bevindt zich nu in een fase van een volledige restauratie.
  • de voormalige Zuid-Ooster 5518 (Een LEYLAND LOK met een Den Oudsten standaard streekbus-semitour -carrosserie)

Voor een zekerder behoud van de museumbussen zijn deze ondergebracht in de nieuwe stichting SHA. De stichting is ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder nummer 17278716 en het RISN nummer is 822060395.

Thans bestaat het stichtingbestuur uit de volgende vrijwilligers:

Voorzitter:                  Kees de Vrije

Penningmeester:         Erik Kanters

Secretaris:                  vacature

Zoals beschreven bestaat het bestuur alleen uit vrijwilligers; ook de medewerkers zijn vrijwilligers at betekent dat er geen beloningen worden verstrekt. Alleen gemaakte on kosten worden na vooroverleg door de penningmeester vergoed.

Doelstelling:  

Het doel van de Stichting Historische Autobussen is het beheren en onderhouden en zonodig restaureren van autobussen welke in het verleden in het zuiden van het land het vervoer van personen hebben bepaald.

De SHA is een rijdend museum dus de inzetbaarheid van de bussen is van groot belang om het reizen met de historische bussen te kunnen beleven. Museumbussen  in een hal met een bordje ernaast roept bij de bezoeker minder emotie en herkenning op dan een rijdende museumbus. De geur van het interieur alsmede de motorgeluiden zijn voorbeelden die herkenning oproepen. Met de excursies die we jaarlijks organiseren bieden wij het publiek de mogelijkheid om ons rijdend museum te bezoeken en beleven. De ritten zijn toegankelijk voor iedereen en worden van te voren aangekondigd op onze website, op andere bushobby-websites, social media en mogelijk in onze een nieuwsbrief voor onze donateurs.

Een deel van de bussen in onze collectie zijn opgenomen en erkend als rijdend mobiel erfgoed in het NRME-register, link,

Het NRME-register geeft u en de overheid een overzicht van wat er aan varende, vliegende en rijdende voertuigen is bewaard in Nederland die ook nog eens van culturele waarde zijn. In het NRME-register zijn ook museumbussen opgenomen, variërend van A tot en met C status. De 5518 heeft van de beoordelingscommissie de B status gekregen. De commissie heeft onder andere de B status gegeven omdat het object behoort tot een familie van vooral streekvervoermaterieel dat een vergaande graad van standaardisering en uniformering vertoonde. Toch was het door een ver doorgevoerde modulebouw mogelijk te voldoen aan allerlei specifieke gebruiks- en gebruikerswensen. Dit gold gedurende meerdere decennia en alom in Nederland. De ZO 5518 is daarvan door zijn uitvoering als korte semi-toerwagen, zijn latere aanpassing naar rolstoelbus en daarmee zijn specifieke gebruik een bijzondere vertegenwoordiger. Wij zijn blij met de B status en zien het als een erkenning voor het werk dat we met vrienden en vrijwilligers verrichten om de 5518 mobiel te houden voor nu en voor later. De registratie in het NRME-register sluit perfect aan bij onze doelstellingen.

De Hermes 4903 heeft een C status verkregen. De commissie geeft aan dat het presentatiepotentieel beperkt is en heeft alleen enige waarde om de eerste variant van het type Alliance in normale streekbusuitvoering te laten zien. De cultuur-historische waarde van de Hermes 4903 is beperkt en betreft uitsluitend hetgeen onder presentatiepotentieel is genoemd. Een reden dat deze bus in onze collectie is opgenomen is dat het een bus betreft uit de eerste serie bussen die streekvervoerbedrijf Hermes in haar bestaan heeft aangekocht.

Beleidsplan 2024 – 2027

Inleiding

Dit plan beschrijft op hoofdlijnen de visie van het bestuur en daarmee het te volgen beleid voor de stichting voor de middellange termijn, de periode 2024-2027. Hierbij komen de diverse aspecten aan de orde zoals deze voortvloeien uit de activiteiten van de stichting. Het bestuur toetst jaarlijks of dit plan nog actueel is en of het de te volgen koers goed weergeeft. Zo nodig wordt het plan bijgesteld.

Collectie

De collectie van de stichting is sinds de oprichting uitgebreid tot 5 autobussen variërend van het bouwjaar 1970 tot 1995. Het betreft de ex Zuid Ooster 3612, 5171 en 5518 alsmede de ex Hermes 4903 en de ex BBA 969. Hoewel de doelstelling van de stichting ruimte laat om ook andere voertuigen te verwerven, is het beleid voor de komende jaren er op gericht de collectie beperkt te houden tot de genoemde 5 bussen. Mogelijk wordt nog een aanschaf van een jongere bus overwogen teneinde een inzetbare museumbus (meer) in de collectie te hebben.

Werkzaamheden

De belangrijkste activiteit van de stichting is het onderhouden en rijvaardig maken en houden van de museumbussen welke in de collectie zitten. Met het oog op het behoud van de bussen wordt het beleid voortgezet om wanneer een bus gekeurd is om periodiek en volgens een vaste planning reguliere onderhoudsbeurten te verrichten en de betreffende bus ook telkens voor een periodieke keuring bij de RDW aan te bieden, zodat deze volledig inzetbaar blijft. Als eerste zal de ex Zuid-Ooster Leyland 5518  onze volledige aandacht opeisen. Vooralsnog zou de Hermes DAF 4903 een tweede bus kunnen zijn waar onze aandacht naar uitgaat. De BBA Volvo 969 is in 2026 gepland voor een chassisbeurt, waarbij we op zoek blijven naar zijruiten. Mogelijk zal tussendoor aan de Zuid-Ooster DAF 3612 verder worden gewerkt, afhankelijk van de beschikbare vrijwilligers. De status van de Zuid-Ooster DAF 5171 is nog onzeker; deze bus staat tijdelijk in opslag.

Ongetwijfeld zal ook in de verdere toekomst het nodige moeten gebeuren, maar de mate waarin en de momenten waarop dat gaat gebeuren is op voorhand moeilijk in te schatten. Mede op basis van de uitkomsten van de jaarlijkse keuringen en vorderingen zal blijken wat er eventueel gedaan kan worden. Het beleid is dan wel om in die gevallen van de rijdende bussen de betreffende werkzaamheden zo snel mogelijk uit te voeren (mits dit uiteraard mogelijk is binnen de financiële middelen en andere randvoorwaarden).

Huisvesting

Voor een zo optimaal mogelijke conditie van de bussen is het belangrijk dat deze op een goede plaats onderdak worden gestald: droog en in de winter en vorstvrij. Deze aanpak zal ook in de toekomst niet veranderen. Goede huisvesting voor de bussen blijft dus een belangrijk element in het beleidsplan voor het behoud van de bus.

Ritten en andere activiteiten

Bussen zijn gemaakt om te rijden en dat geldt ook voor een bus die na zijn werkzame leven nu als “mobiel erfgoed” kan worden gestempeld. Het is dan ook gewenst dat er met enige regelmaat zogenaamde “conditieritten” worden gereden. Bovendien is het gewenst om de bus nu en dan, bij passende gelegenheden en al dan niet als statische activiteit, aan het publiek te tonen. Ook het maken van rondritten met OV-geïnteresseerden vallen  daaronder. In het volgende tekstblok wordt hier nader op ingegaan. Aan de andere kant is het zeker niet de bedoeling de bus overmatig te belasten en moet er qua inzet dus een goede balans worden gevonden. Het beleid is er dan ook op gericht om voortdurend kritisch af te wegen welke ritten zullen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van ritten en andere activiteiten zal steeds plaatsvinden binnen de mogelijkheden van de door de overheid vastgestelde regels en eventuele vrijstellingen.

Excursies

Al eerder werd het maken van rondritten met OV-geïnteresseerden  genoemd. Met inachtneming van de voortdurende afweging met betrekking tot de uit te voeren ritten, is het beleid er op gericht om minimaal 2 keer per jaar een excursie voor OV-geïnteresseerden te organiseren en uit te voeren met een van de inzetbare museumbussen. Dit al dan niet in combinatie met andere historische of moderne autobussen. Dergelijke excursies zijn in het verleden altijd bijzonder populair gebleken en behalve dat zij de geïnteresseerden de gelegenheid bieden het “busvervoer van vroeger” opnieuw te beleven, tevens levert dat een welkome aanvullende bron van inkomsten op.

Financiën

Het financiële beleid was en blijft gekenmerkt door voorzichtigheid, zo ook het streven naar een gezonde situatie, met enige financiële reserves. Grotere uitgaven worden alleen gedaan indien voldoende middelen beschikbaar zijn. Zeker nu de verwachting is dat (gezien de samenstelling van de vrijwilligersgroep) bepaalde gespecialiseerde werkzaamheden in de toekomst niet meer in eigen beheer kunnen worden uitgevoerd, maar uitbesteed moeten worden, zal het hebben van voldoende reserves van essentieel belang zijn. Ook voor de komende jaren wordt voorzien dat de meeste inkomsten zullen worden gegenereerd door de bijdragen die de bestuursleden ter beschikking stellen. Aandacht zal moeten worden gegeven aan de werving van donateurs! Ook inkomsten van de georganiseerde excursies en eventuele andere ritten en de verkoop van OV-verwante artikelen worden belangrijk. Waar mogelijk zullen extra bronnen worden aangeboord. Het bestuur wil in alle opzichten transparant zijn voor wat betreft de financiën. Op de website zal jaarlijks een financieel overzicht worden gepubliceerd.

Donateurs en Nieuwsbrief

Wanneer de stichting meer donateurs wil verwerven zal er over gedacht moeten worden om de donateurs ook een en ander te kunnen bieden, zoals o.a. een periodieke nieuwsbrief. Ook daarmee moet worden getracht meer binding te krijgen én houden met donateurs.

Publiciteit

Voorlopig is het beleid erop gericht om de communicatie en publiciteit vooral via social media (en dan met name Facebook) vorm te geven. Daarmee wordt een directe interactie tot stand gebracht met belanghebbenden en kan op efficiënte manier informatie-uitwisseling door en met de stichting plaatsvinden.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *